Bij studiofotografie wordt vaak gebruik gemaakt van meerdere studioflitser, meestal 1 à 2. Eén flitser dient daarbij als hoofdlicht en belicht het onderwerp bijvoorbeeld van voren. De tweede flitser wordt ingezet als invullicht en belicht het onderwerp vanaf de zijkant of schuin van achteren. Terwijl de hoofdflitser meestal over uitgebreide mogelijkheden beschikt, waaronder het aansturen van meerdere flitsers, hoeft de flitser, die verantwoordelijk is voor het invullicht, meestal alleen voor het licht te zorgen. Een dergelijk flitser beschikt daarom over minder mogelijkheden en is ondergeschikt aan de hoofdflitser. Het is een aparte soort studioflitser die slave flitser wordt genoemd. Slave flitsers zijn vaak kleiner, goedkoper en deze werken alleen in combinatie met grotere studioflitsers of andere ontstekers. Dat kan bijvoorbeeld ook de DSLR zelf zijn.

Net als studioflitsers kunnen ook de slave flitsers zowel los worden gebruikt als in combinatie met softboxen, flitsparaplu's en snoots. Daarmee kan de fotograaf beter met het licht spelen en de intensiteit en de richting bepalen. Terwijl een softbox en een flitsparaplu als diffusors fungeren en het licht verspreiden, zorgt een snoot juist voor de lichtbundeling en daarmee meer accentuering.

Harde schaduwen die ontstaan door de hoofdflitser worden zachter door het licht met een diffusor zoals een softbox te verspreiden en de tweede flitser, invullicht genoemd, geeft het onderwerp meer perspectief. Bovendien zorgt de tweede flitser ervoor dat de aandacht van de achtergrond wordt afgeleid, wanneer deze niet of minder van belang is. Het onderwerp komt dankzij de tweede flitsers, in dit geval de slave flitsers meer naar voren, het komt als het ware los van de achtergond. Over het algemeen zit het invullicht ongeveer op de helft van het licht dat van het hoofdlicht afkomt. Echter, deze hoeveelheid is uiteindelijk afhankelijk van de afstand van het invullicht tot het onderwerp en natuurlijk de artistieke voorkeuren van de fotograaf.

Afhankelijk van de wensen van de fotograaf kan de slave flitsers ook als derde flitser worden ingezet, speciaal voor de achtergrond. Voor het invullicht wordt dan een reguliere studioflitser gebruikt, maar een andere slave flitsers is natuurlijk ook een optie. In portretfotografie wordt de derde flitser vaak als haarlicht ingezet. Omdat de haren van het model apart worden belicht, wordt het verschil met de achtergrond nog meer aangeduid.

U meet het vermogen van flitsers in Wattseconde (Ws of watt/sec). Het vereiste vermogen voor diverse doeleinden is afhankelijk van de instellingen op de camera. Voor portretfotografie is een vermogen van 100-200 Ws vaak voldoende. Voor het fotograferen van een persoon van top tot teen is het handig om te beschikken over minimaal 200 Ws, voor een groepje van 2-3 personen is 400 Ws beter en voor grote groepen zoals families kies je eerder voor 800 Ws. Voor hele grote objecten, bijvoorbeeld auto’s, zijn flitsers van 1000W en hoger beter geschikt. U kunt de hoeveelheid licht altijd lager instellen, waardoor de flitsers voor meerdere toepassingen geschikt kan zijn. Zo kunt u een krachtige flitser bijvoorbeeld op halve kracht laten flitsen of zelfs nog verder terugdraaien. Met 2-3 studioflitsers zal dat vaker het geval zijn.